ADVOCAAT-BELASTINGKUNDIGE IN AMSTERDAM

Inleiding

De hoogste Nederlandse rechtsinstantie de Hoge Raad heeft op 24 december 2021 een belangrijk arrest gewezen.

In dit arrest wordt aangegeven dat het systeem van box 3 (belasting uit sparen en beleggen) een inbreuk vormt op het discriminatieverbod en de bescherming van het eigendomsrecht. In de jaren daarna heeft de Hoge Raad nog andere arresten gewezen over de vraag hoe het werkelijke rendement berekend moet worden voor het rechtsherstel.
Het rechtsherstel voor de belastingheffing in box 3 sparen en beleggen is inmiddels in gang gezet door de Belastingdienst.

Het doel is belastingplichtigen te belasten of op basis van het forfaitair berekend rendement of op basis van het lagere werkelijke rendement. Dit wordt de tegenbewijsregeling genoemd.

Welke acties over welke belastingjaren kunnen worden ondernomen?

2017, 2018, 2019 en 2020

Heeft u deelgenomen aan massaal bezwaar? Dan heeft u al rechtsherstel gehad.

Is er een definitieve aanslag opgelegd voor 12 november 2021? Heeft u tijdig bezwaar gemaakt dan loopt u mee in de massaal bezwaarprocedure.

Dit is de datum zes weken voor 2021.

Hiervoor is in de meeste gevallen al rechtsherstel gevolgd.

Is er een verzoek om ambtshalve vermindering ingediend? U heeft aanspraak op de tegenbewijsregeling. Vanaf de zomer 2025 is een OWR-formulier (Opgaaf Werkelijk Rendement) beschikbaar.

Is geen bezwaar gemaakt? U moet dan de massaal bezwaarplus procedure afwachten. De Hoge Raad heeft hierin het laatste woord.   

Als er op 12 november 2021 nog geen definitieve aanslag was opgelegd dan heeft u in de meeste gevallen al rechtsherstel ontvangen. 

2021 en 2022

Is aan u al een definitieve aanslag opgelegd en is de dagtekening ervan meer dan zes weken oud?

Als dat het geval is de volgende vraag aan de orde. Bestaat uw box 3 vermogen alleen uit banktegoeden, dan zal een actie niet veel opleveren. De Belastingdienst gaat over 2021 al uit van 0,01% rendement.

Zijn er nog andere bezittingen dan kunt u beroep doen op de tegenbewijsregeling.  

Is er nog geen definitieve aanslag opgelegd of is de bezwaartermijn nog niet verstreken? Bijvoorbeeld als er uitstel is gevraagd en gekregen. Met name voor belastingplichtigen die overige bezittingen hebben is het dan zaak bezwaar te maken. Dit dient u dan te doen ook al heeft u recht op de tegenbewijsregeling. Wilt u de gemaakte verdeling waarvoor partners in de aangifte gekozen hebben aanpassen dan dient u ook bezwaar te maken.   

2023 en 2024

Is er al een definitieve aanslag opgelegd en is de dagtekening ervan meer dan zes weken oud?

De Belastingdienst gaat voor het jaar 2023 uit van 0,92% rendement en voor 2023 van 1,44 % rendement op uw spaargeld. U heeft aanspraak op de tegenbewijsregeling. Te verdedigen is dat het wettelijk forfaitair rendement 0,01% moet zijn per 01 januari 2023 en per 01 januari 2024.

Zijn er nog andere bezittingen dan kunt u hiervoor eveneens beroep doen op de tegenbewijsregeling. 

Is er nog geen definitieve aanslag opgelegd of is de bezwaarstermijn nog niet verstreken? U dient bezwaar te maken tegen de aanslag ook al heeft u recht op de tegenbewijsregeling.  

Kortom

Voor de jaren 2021 en 2022 zal het niet rendabel zijn actie te ondernemen indien u geen andere vermogensbestanddelen heeft dan uitsluitend banktegoeden. 

-          Maak bezwaar als u een definitieve aanslag over de jaren 2023 en 2024 ontvangt ook als u uw vermogen alleen  uit spaartegoeden bestaat.

-          Als u een definitieve aanslag ontvangt over welk jaar dan ook maak dan bezwaar, omdat de box 3-heffing te hoog kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat in de bezwaarfase de verdeling tussen partners gewijzigd kan worden (optimalisatie).

      `                                             

Op de website van de belastingdienst vindt u onderstaand tabel met de fictieve rendementspercentages over de jaren 2017 t/m 2024 die de Belastingdienst hanteert.  

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/box-3/content/met-welke-percentages-is-het-fictief-rendement-berekend

Met welke percentages is het fictief rendement berekend in mijn aangifte?

Vanaf 2017 berekenen wij het fictief rendement van uw box 3-inkomen met vaste percentages. Dat doen wij op basis van de werkelijke verdeling van de soorten vermogen die u hebt: banktegoeden, beleggingen en andere bezittingen en schulden. Daarbij gaan wij ervan uit dat u een bepaald rendement haalde. We gebruiken fictieve rendementen die dicht bij de werkelijke rendementspercentages voor sparen of beleggen liggen.

Bekijk de rendementspercentages per belastingjaar.

Wat zijn de fictieve rendementspercentages?

                                                Percentages box 3-inkomen
Soort vermogen                                    2024   2023       2022   2021    2020       2019        2018       2017
Spaargeld                                           1,44%   0,92%    0,00%   0,01%   0,04%    0,08%   0,12%   0,25%
Beleggingen/andere bezittingen         6,04%   6,17%   5,53%   5,69%   5,28%    5,59%   5,38%  5,39%
Schulden                                              2,61%   2,46%   2,28%   2,46%   2,74%    3,00%   3,20%   3,43%

Checkt u deze percentages, wellicht is uw werkelijk rendement gunstiger dan het fictief rendement

Zoals uit het bovenstaande blijkt is het gevecht tussen Belastingplichtigen en de Nederlandse Belastingdienst over de belastingheffing van vermogen (box 3) over de periode van 2017 t/m heden in veel gevallen nog lang niet beslist en heeft De Hoge Raad in deze strijd het laatste woord.

• Hoewel mr. L.M. Lalji zich ervoor heeft ingespannen om u middels een analyse een algemeen beeld te schetsen van de huidige box 3 ontwikkelingen, kunt u geen rechten ontlenen aan deze analyse en is deze ook niet bestemd als een persoonlijk advies. Voor een persoonlijk advies is Mr. L.M. Lalji te bereiken door het formulier in te vullen op de website:
  
                                                                             Klik hier voor contact

In december 2020 heeft de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag in haar rapport de Belastingdienst Toeslagen, Regering en anderen zwaar bekritiseerd voor hun handelwijze tegen slachtoffers van de Kinderopvangtoeslag.
Eerder in dat jaar had de Commissie Donner in haar onderzoeken reeds verpletterende kritiek geleverd op de Belastingdienst Toeslagen.
Door deze onderzoeken heeft de regering een aantal toezeggingen gedaan.
Ook t.a.v. deze toezeggingen is oppassen en alertheid geboden, aangezien toezeggingen sinds de rapporten van de commissie Donner, maart 2020, telkens worden gewijzigd c.q. niet worden gehaald. Het nieuwste product is route MijnHerstel om de werkelijke schade te claimen. Deze heeft ook de nodige haken en ogen, waarvoor mr L.M. Lalji gedupeerde ouders waarschuwt. In plaats van de Werkelijke Schade te compenseren worden er forfaitaire (vaste) bedragen vergoed.

Bijstand wordt verstrekt bij het oudergesprek, bezwaar- en beroepsprocedures tegen de definitieve beschikking herbeoordeling kinderopvangtoeslag, bij intrekken van bezwaar- en beroepsprocedures en bij het claimen van Werkelijke Schade. 
Tenslotte wordt bijstand verleend bij verschillende initiatieven om tot een vaststellingsovereenkomst te komen.

Lalji Advocaat-Belastingkundige B.V.claimt, afhankelijk van de casus, de navolgende schade componenten voor de slachtoffers Kinderopvangtoeslag over de periode 2006 t/m 2019:

a. De onterechte terugbetaling Kinderopvangtoeslagen over meerdere jaren.
b. De kosten van invordering, zoals wettelijke- en invorderingsrente, incassokosten en deurwaarderskosten.
c. De kosten voor vervangende opvang om op de kinderen te passen toen de toeslag werd stopgezet.
d. Schade als gevolg van frauderende gastouderbureaus en kinderopvanginstellingen waarvan ouders de dupe zijn geworden.
e. Schade wegens 100 procent terugvordering bij kleine tekortkomingen (bij de aanvraag) door ouders.
f. Schade als gevolg van gedwongen beëindiging van arbeidsovereenkomsten dan wel minder uren gaan werken en door studievertraging om zelf op de kinderen te passen. Ook wordt geclaimd de studievertraging voor de kinderen die zijn blijven zitten op het basisonderwijs, VMBO, MBO, HBO of universiteit als gevolg van de kinderopvangtoeslagaffaire. 

g. Kosten en rente van leningen en schulden die zijn aangegaan om de kinderopvangtoeslagen terug te betalen.

h. Schade als gevolg van gedwongen verkoop van woning en andere goederen.

i. Schade als gevolg van gedwongen verhuizingen (inclusief dakloos worden) omdat de kinderopvangtoeslag was beëindigd en de huur niet kon worden betaald.

j. Schade als gevolg van verloren rechtszaken. Veel rechtszaken zijn verloren omdat er uitspraak is gedaan op basis van onvolledig verstrekte dossiers door de Belastingdienst Toeslagen.

Compensatie van € 500,- per half jaar sinds de toeslag onterecht werd teruggevorderd dan wel werd beëindigd tot het moment dat de afwikkeling van de werkelijke schade is voltooid.

k. Gerechtelijke en Buitengerechtelijke kosten, zoals advocaat -en belastingadviseurs kosten en medische kosten zoals tandarts- en GZ-psycholoog kosten.

l. Immateriële schade, bijvoorbeeld wegens verdriet, angst en schande.

m. Overige materiële en immateriële schade.

Lalji Advocaat-Belastingkundige B.V. is gebleken dat de Belastingdienst actief navorderingsaanslagen oplegt aan rekeninghouders met geheime bankrekeningen. Dit betreft Panama papers rekeninghouders, Belgische-, Spaanse-, Luxemburgse- en Zwitserse bankrekeninghouders en personen met buitenlandse creditcards (project debet-credit cards). De Inspecteur gaat daarbij vaak te ver met het stellen van vragen en opvragen van bescheiden onder dreiging van het opleggen van een informatiebeschikking, ook indien betrokkenen meewerken aan het verstrekken van informatie. In dit soort gevallen helpt Lalji Advocaat-Belastingkundige om de grenzen van het toelaatbare te bewaken.

Daarnaast boekt Lalji Advocaat-Belastingkundige regelmatig succes om deze opgelegde navorderings- en naheffingsaanslagen (5 jaarstermijn/ 12 jaarstermijn of bij erfbelastingen onbeperkt aantal jaren) met boeten, in de bezwaarschriftenprocedures dan wel bij gerechtelijke procedures te vernietigen tot nihil euro, onder andere wegens overschrijding van het voortvarendheidsvereiste.

Ziet u op tegen een langdurende bezwaarschriftenprocedure en procedures bij de belastingrechter?

Lalji Advocaat - Belastingkundige B.V. kan zich voor u inspannen dat deze procedures aanzienlijk kunnen worden verkort opdat u sneller duidelijkheid krijgt over de uitkomst van uw zaak.

Als u niet ontvankelijk bent verklaard, bijvoorbeeld omdat u (uw gemachtigde) niet tijdig bezwaar, beroep of hoger beroep heeft ingesteld dan kan Lalji Advocaat-Belastingkundige B.V., indien u een behoorlijk financieel belang hebt, zich ervoor inspannen dat de niet ontvankelijkverklaring wordt vernietigd dan wel dat uw zaak op een andere wijze toch wordt behandeld. 

De niet ontvankelijkverklaring wordt Lalji Advocaat-Belastingkundige B.V. bepleit in geval van aantasting van het denk- en doenvermorgen. 

1.  Inkomstenbelasting. Art. 9.6 Wet IB 2001; art. 8:61 Awb; verzoek om ambtshalve vermindering; fictieve weigering:
   ECLI:NL:HR:2025:360
   Mr. L.M. Lalji heeft deze zaak behandeld. Hij heeft eerst bezwaar gemaakt, daarna beroep ingesteld bij de Rechtbank, vervolgens Hoger Beroep ingesteld en ten slotte Cassatieberoep ingesteld. Het cassatieberoep is gegrond verklaard en de Staatssecretaris van Financiën is veroordeeld in de proceskosten.
   
   
2. Uitspraak bijzondere omstandigheden in verband met verschoonbare termijnoverschrijding/ niet-ontvankelijkverklaring achterwege laten:
   ECLI:NLCBB:2024:190
3. Boete arresten
   ECLI:NL:HR:2022:526
   ECLI:NL:HR:2025:1063
   De inspecteur is gebonden aan strikte regels om vergrijpboetes op te leggen.

4. Jurisprudentie inzake aantasting van het denk- en doenvermogen in verband met verschoonbare termijnoverschrijding / niet-ontvankelijk verklaring achterwege laten:
   ECLI:NL:RBMNE:2021:1833
   ECLI:NL:RBLIM:2022:8404
   ECLI:NL:RBLIM:2023:1900 (Weten is nog geen doen)
   ECLI:NL:RBMNE:2024:4321(Zieke migrant Nederlandse taal niet machtig en zware administratieve verplichtingen)

   Gelet op de jurisprudentie onder 2 en 3 genoemd is succes in de meeste gevallen pas mogelijk met medische onderbouwing/documentatie, bijvoorbeeld van een medisch specialist (chirurg, GZ psycholoog of psychiater).